De kiwi is een ovale vrucht. De schil is donkergroen/bruin en licht behaard. Het vruchtvlees is bij een groene kiwi grasgroen van kleur en ligt om een witte kern heen. Het vruchtvlees bevat kleine, zwarte, eetbare pitjes. Kiwi's zijn er ook in een gele variant. Deze is iets zoeter en heeft een gladde schil. Rijpe kiwi's kun je het beste op een koele plek bewaren.

Is de kiwi nog niet rijp? Bewaar de kiwi dan op een fruitschaal zodat ze kunnen narijpen.

Wil je de rijping versnellen? Doe de kiwi’s dan samen met peren, appels of bananen in een papieren zak.

Je kunt ze in z’n geheel eten, een heerlijk tussendoortje. Maar je kunt ze ook zo gebruiken:

• In fruitsalades. 
• Op vruchtentaarten, schuimgebak en sorbetijs. 
• Als borrelhapje aan een prikker met een blokje kaas. 
• Let op met de combinatie van kiwi en melkproducten of gelatine in een gerecht. Verse kiwi bevat namelijk een stof (enzym) die eiwitten afbreekt. Melkproducten worden dan waterig en krijgen een bittere bijsmaak, en gelatine verliest de bindkracht.